Lopen we een wedstrijd of dwalen we doelloos rond? (deel 1 en 2)
Deze week of de laatste twee weken was er heel wat te doen rond sport, de wereldkampioenschappen. En ik moet eerlijk zeggen, ik heb echt compassie met die mensen. Die waren daar aan het fietsen, in de regen, in de kou. Ik denk vijf en een half uur waren zij aan het fietsen, allemaal kletsnat. Ze mogen dan geen speciale kleren aandoen want, ja, als de kousen iets te lang zijn dan is het al niet oké. Ze mochten gewoon een jasje aandoen om zich warm te houden. En ze deden dan die interviews in het nieuws, en je zag ze daar staan en ze stonden gewoon te rillen van de koude. En ik dacht amai, die mensen blijven gewoon fietsen. Als wij buiten moeten en het regent een beetje, dan beginnen we al te denken zouden we wel buiten komen? We gaan de auto nemen. Die moeten daar in de kou en in de regen fietsen. Ze hadden zelfs het parcours moeten inkorten, het had zoveel geregend dat een deel van het parcours onder water stond. Ze stonden daar interviews te doen en ze stonden echt te klappertanden. En daar was één renner, en zijn tanden waren de ganse tijd tegen elkaar aan het slaan. En dat deed mij denken aan Paulus die spreekt over het feit dat ons leven met Christus, dat ons leven in Christus, door Christus, voor Christus, dat dat een wedstrijd is.
Hebreeën 12, daar gaan we even naar toe. Vers 1 en 2. Ik moet zeggen, ik bewonderde die mensen. Die bleven maar fietsen, er waren er ook die afstapten, maar sommigen, terwijl er daar een groepje voor was van vijf, en iedereen wist daar zit de winnaar bij, al de rest bleven gewoon maar fietsen. En ik dacht velen van ons zouden afstappen en zeggen: oké, ik kan niet meer winnen, ik ga naar het hotel. Maar ze bleven gewoon doorfietsen. Op het moment dat ze bijna bij de finish kwamen, waren ze nog aan het spurten voor de achtste plaats.
Hebreeën 12: 1 - 2: 1 Welnu dan, laten ook wij, nu wij door zo'n menigte van getuigen omringd worden, afleggen alle last en de zonde, die ons zo gemakkelijk verstrikt. En laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt, 2 terwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof. Hij heeft om de vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld, het kruis verdragen en de schande veracht en zit nu aan de rechterhand van de troon van God.
Paulus, die spreekt over de wedloop. En hij spreekt over dat we de wedloop moeten lopen die voor ons ligt, en dat we die moeten lopen met volharding. Ik was aan het denken aan die renners, dat is volharding, niet opgeven. Die mensen, wat doen die? Elke dag opnieuw gaan ze fietsen, uren en uren aan een stuk. Die hebben doorzettingsvermogen. Die vallen, die staan recht, die fietsen weer verder. Dikwijls zie je in de Ronde van Frankrijk, ze vallen, ze breken een sleutelbeen en ze fietsen gewoon verder, ongelooflijk. Wij zouden daar liggen kermen van de pijn. Die staan recht, stappen op hun fiets en fietsen verder. En Paulus vergelijkt ons leven als christen, met een sportwedstrijd. Of dat nu lopen is of atletiek, die mensen bereiden zich enorm voor. Ik wil nog even naar 1 Korintiërs hoofdstuk negen gaan. Dat zijn de twee verzen die eigenlijk spreken over de wedstrijd. 1 Korintiërs 9: 24 – 27: 24 Weet u niet dat zij die in de renbaan lopen, allen wel lopen, maar dat slechts één de prijs ontvangt? Loop dan zo dat u die verkrijgt. 25 En iedereen die aan een wedstrijd deelneemt, beheerst zich in alles. Zij nu doen dat om een vergankelijke krans te ontvangen, maar wij om een onvergankelijke te ontvangen. 26 Ik loop daarom niet zonder duidelijk doel en ik vecht zó met de vuist dat ik niet maar wat in de lucht sla. 27 Maar ik oefen mijn lichaam op harde wijze en maak het dienstbaar, opdat ik niet misschien, na anderen gepredikt te hebben, zelf verwerpelijk word.
Paulus, op twee momenten, vergelijkt hij ons leven als christen, ons leven als volgeling van Jezus, ons leven in, voor, door, met Christus – want dat is christelijk leven. Christelijk leven gaat niet over de vorm, het gaat over het feit dat we leven in Christus, voor Christus, door Christus, met Christus. Dat is christelijk leven. En Paulus vergelijkt dat met een race, een wedloop. En ik wou even het beeld van de koers gebruiken om te tonen wat wij moeten doen, wat Paulus eigenlijk wil zeggen. Ik ga niet de renbaan gebruiken waarmee Paulus het vergelijkt, omdat de renbaan waarmee Paulus het vergelijkt, dat waren sporten van toen, daar zijn wij niet zo bekent mee, de olympische spelen of welke spelen zij ook hadden, dat zegt ons niet veel. De koers, hoop ik, wel, als het niet zo is, oké, mijn fout. Ik wil dat beeld wat duidelijk maken. Een sportwedstrijd en ons leven als christen, de christelijke race kun je als het ware zeggen, die hebben drie overeenkomsten. Als je aan een race meedoet, dan moet je goed voorbereid zijn. Dus: je moet een goede voorbereiding doen. En: je moet aan de start komen. Dat is het deel dat voor de wedstrijd begint. Goed voorbereid en je moet zorgen dat je aan de start staat, anders doe je niet mee aan de race, dat is duidelijk, denk ik. Het tweede is: elke wedstrijd heeft regels, er is een wedstrijdreglement. En elke wedstrijd verlangt dat je volhardt. Er was daar bij de beloften eentje die een beetje te lang achter een auto gereden had nadat hij gevallen was, en hij wint de wedstrijd en hij werd gediskwalificeerd. Er zijn bepaalde regels, spijtig genoeg voor hem, dat gebeurd continu. Spijtig genoeg voor hem want hij werd gefilmd, de camera zat er juist achter. Het derde is: elke wedstrijd heeft een eindmeet, de finish. En aan de finish worden de prijzen uitgedeeld. Dat zijn de overeenkomsten tussen een normale wedstrijd, een sportwedstrijd en de christelijke race. Het is belangrijk ons de vraag te stellen zijn wij een wedstrijd aan het lopen of zijn we gewoon doelloos aan het wandelen in het park? Paulus vergelijkt ons christelijk leven met een wedstrijd. Dat wil zeggen dat er een doel is, we gaan ergens naartoe. Als je gewoon gaat wandelen in het park, je weet wel waar je start, je weet niet altijd waar dat je uitkomt. Je kunt dat misschien ook doen als je traint met je fiets, maar best in een wedstrijd past je dat niet toe. De kans dat je het einde zal halen is klein. Als er een de verkeerde afslag pakt die zal niet uitkomen op het einde, aan de finish. En de vraag is: waar gaan wij naar toe met ons leven? Zijn wij doelloos aan het wandelen in het park of zijn wij die race aan het lopen, zijn wij aan die wedstrijd bezig en gaan wij op ons doel af?
Zoals ik zei, aan de race heb je de voorbereiding. Wat ik bewonder aan die renners is dat zij zo volharden, dat zij zo een discipline hebben. Ja, wat doen die? Een heel jaar zijn die bezig met trainen, elke dag die fiets op. Stel je voor. En een koersfiets, dat zit echt niet gemakkelijk. Dus, het is niet voor je plezier dat je op een koersfiets gaat zitten, want dat zadel, na verloop van tijd, dat doet pijn. Dat zadel niet, je achterste doet pijn, dat zadel doet je pijn. En heel het jaar zijn die bezig met de juiste dingen te eten. Wij, als we eens goesting hebben naar een biefstuk met frietjes en bearnaise, wel wij doen dat. Misschien zouden we dat soms beter niet doen, maar wij doen dat. Die renners, die eten pasta en pasta en pasta. Die moeten veel zulke dingen eten, want die hebben een juist dieet. De vraag is: wat eten wij, in onze voorbereiding? Die mensen doen aan topsport, die willen meedoen aan die race. De meeste nemen deel, niet omdat deelnemen belangrijker is dan winnen, maar omdat ze willen winnen. Anders was het geen topsport. Die willen echt dat doel halen. En ik kan u zeggen als ik vandaag zeg "ik wil meedoen aan de Ronde van Frankrijk", dat zal moeilijk worden. Ik heb waarschijnlijk een paar kilootjes teveel, ik heb waarschijnlijk niet genoeg getraind en ik eet waarschijnlijk niet de juiste dingen. Stel je voor dat ik daar aan de start sta van de Ronde van Frankrijk, en iedereen vertrekt en ik begin achter te fietsen, zij aan 45 per uur, ik 20, hijgend. Dan is het rap gepasseerd. Dus het is heel belangrijk dat zij zich goed voorbereiden. En ik wil de vergelijking maken. Ik kan niet meedoen aan de Ronde van Frankrijk, ik kan ook niet meedoen aan de Ronde van Vlaanderen. Dat gaat gewoon niet, die mensen fietsen veel te snel. Ik weet niet hoe ze het doen. Ik kan dat zo 30 seconden aan 45 per uur, en dan is dat voorbij. Zij trainen, de details zitten in die voorbereiding. Zij trainen, zij eten juist. Ongelooflijk. De vraag is, wij moeten ook die race lopen. Het is geen sportwedstrijd, maar het is de race van ons leven met Christus. Wat eten wij? Eten wij voldoende? Eten wij de juiste dingen? Stel je voor, een topsporter die alleen een of twee keer per week eet. Die houdt dat niet vol. Maar wij hebben ook een race te lopen. Wij houden dat ook niet vol als wij maar een of twee keer per week eten. Het is niet de bedoeling dat wij als het ware anorexia hebben, dat wij niet willen eten of dat wij niet kunnen eten, neen. Wij moeten eten, wij moeten ons voeden. En niet alles is goed voor ons. We moeten ons voeden met de juiste dingen. Er zijn dingen die niet goed zijn voor ons. Soms mogen kinderen niet kijken naar iets op de televisie. Soms is dat ook voor ons zo, dat we beter naar bepaalde dingen niet kijken, omdat dat niet goed is voor ons dat wij daar naar kijken. Sommige dingen niet lezen. Waarom? Het is niet goed voor ons. De wereld werkt zo, de wereld indoctrineert, de wereld wil dat wij bepaalde dingen aannemen. Dat is wat zij doet. Zij wil de hele tijd bepaalde dingen inprenten, zodanig dat wij zeggen: alles is oké. Maar alles is niet oké. God zegt dat niet alles oké is. Maar het is zo, wij hebben eigenlijk Jezus nodig en de H. Geest. Wij moeten ons voeden aan de juiste dingen.
Gods Woord, daar moeten wij ons mee voeden. We gaan even naar Johannes hoofdstuk 6. Wat zegt Jezus in vers 35? En Jezus zei tegen hen: Ik ben het Brood des levens; wie tot Mij komt, zal beslist geen honger hebben, en wie in Mij gelooft, zal nooit meer dorst hebben. Kijk mensen, als wij ons voeden met Jezus, als wij naderen tot Jezus Christus, zoals wij in Jakobus gelezen hebben (4: 8:) Nader tot God, en Hij zal tot u naderen. Als wij tot Hem naderen, wat zegt Hij? wie tot Mij komt, zal beslist geen honger hebben. Wat een voorbereiding. Als wij tot Hem gaan, in gebed, als wij tot Hem gaan in Zijn Woord, dan zegt Hij dat wij geen honger zullen hebben. En Hij zegt als wij in Hem geloven, dat wij geen dorst zullen hebben. Dat is het christelijk leven dat wij kunnen leiden. Dat is het christelijk leven waar wij naar Jezus gaan en nooit meer honger en nooit meer dorst hebben.
Johannes 15: 5: Ik ben de Wijnstok, u de ranken. Jezus gaf het beeld van de wijnstok en de ranken, met de druiven eraan. Jezus zegt: Ik ben de Wijnstok, de wijnstok die tot in de grond staat en waar de wortels zitten, en u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen. Als wij die race willen lopen of rijden of wandelen, in Jezus, met Jezus, door Jezus, voor Jezus, dan moeten wij zorgen dat wij in Hem zijn en Hij in ons. Want Jezus zegt dat wij zonder Hem niets kunnen doen. Dus als je die race wilt lopen zonder Jezus, begin er niet aan, want het zal niet lukken. Want je hebt geen eten, je hebt geen drinken, en je bent niets zonder Hem. Dat is wat er staat. In vers 26 van hoofdstuk 14 staat er: Maar de Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u in alles onderwijzen en u in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb. En dan hebben we de Heilige Geest nodig, de Heilige Geest die ons leert, de Heilige Geest die ons in herinnering brengt wat Jezus gezegd heeft. Het is zo, als wij aan een race willen beginnen, dan hebben we training nodig. Wij moeten getraind zijn, we moeten geoefend zijn. Want je kunt niet aan een race beginnen zonder te oefenen. Stel je voor, zoals ik zei, iemand zoals ik, die wil de Ronde van Vlaanderen rijden, dat komt niet goed. Dat is onbegonnen werk. En als je dan nog wilt winnen, dan ben je heel snel gedemotiveerd. Wat moet je eigenlijk doen op het moment dat het niet meer gaat? Teruggaan naar wat je geoefend hebt. Dat is natuurlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan. Maar het toont gewoon dat wij moeten oefenen. En het voordeel is dat wij de Heilige Geest hebben die ons herinnert aan wat Jezus gezegd heeft. Die leert ons, Die onderwijst ons in alles. Maar als wij de Heilige Geest niet hebben dan lukt dat niet. Dat is één. En twee, als wij niet in Zijn Woord verblijven, als wij niet bidden tot God, dan kan de Heilige Geest ook niet dat Woord van God in herinnering brengen. Je moet het eerst leren voordat Hij het in herinnering kan brengen. Dat staat er: Die zal u in alles onderwijzen en u in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb. Jezus had hen geleerd, had dingen gesproken en ze begrepen het niet, en dan is er de Heilige Geest die gekomen is waardoor dat ze het begrepen, en dan is er de Heilige Geest die hen in herinnering brengt wat Jezus gezegd heeft. En dat is voor ons hetzelfde. Wij moeten oefenen, wij moeten ons trainen. We moeten niet enkel eten, dat is niet voldoende. We kunnen heel de tijd in Gods Woord zitten en heel de tijd bidden, maar dat is niet voldoende. Dat is ook voor een renner niet voldoende dat hij alleen maar eet. Stel je voor, een topsporter die heel de tijd aan het eten is, maar die kruipt niet op zijn fiets, dat komt niet goed. Dan is hij te dik, zo simpel is het, dan heeft hij geen getrainde spieren, behalve zijn slokdarm misschien en zijn maagspieren en al de rest. Maar de spieren die hij nodig heeft om te fietsen, die zijn niet getraind. Dus, het gaat niet alleen over eten, het gaat ook over trainen. Ja, we zijn nog maar aan de voorbereiding. We zijn nog niet aan de race begonnen. We gaan even naar 1 Timoteüs. Ik moet zeggen, die vergelijking hielp mij gisteren om te begrijpen wat wij als christenen moeten doen, en ik hoop dat dit ook voor u geldt. 1 Timoteüs 4: 6 - 8: Paulus spreekt tot Timoteüs, en hij zegt tot Timoteüs: 6 Als u de broeders deze dingen voorhoudt, zult u een goed dienaar van Jezus Christus zijn, gevoed door de woorden van het geloof . Paulus zegt tegen Timoteüs: als je een goed dienaar wilt zijn dan ben je gevoed door de woorden van het geloof - en door de goede leer, die u nagevolgd hebt.
Er is enerzijds het Woord dat je leest , het Woord dat tot ons komt, het Woord dat werkt als een tweesnijdend zwaard en daarnaast is er de goede leer, er is onderwijs nodig, de Heilige Geest moet ons dat Woord uitleggen. In vers 7 staat er: Maar verwerp de onheilige en onzinnige verzinsels . Hij zegt al hetgeen dat niets waard is, dat onheilig is, dat onzinnig is, doe dat weg. Ik had daarstraks gezegd: waarmee voeden wij ons? Voeden wij ons met Zijn Woord, is Christus ons brood, is Christus ons drinken, dan moeten wij de onheilige en onzinnige verzinsels verwerpen en ons oefenen in de godsvrucht. Dat is wat er staat in vers 7. Paulus zegt: en oefen uzelf in de godsvrucht. Als wij ons klaarmaken voor de race, dan moeten wij onszelf oefenen in godsvrucht. 8 Want de oefening van het lichaam is van weinig nut, maar de godsvrucht is nuttig voor alle dingen, omdat zij de belofte van het tegenwoordige en van het toekomende leven heeft. Net als een atleet moeten wij oefenen. Gewoon talent hebben is niet voldoende. Gewoon de H. Geest ontvangen, wedergeboren zijn, is niet voldoende. Wij moeten ons oefenen als christenen in de godsvrucht. Net zoals een muzikant misschien talent kan hebben, maar die moet oefenen. Je hebt veel mensen die zeggen: och, ik wou dat ik piano kon spelen. Maar als die niet oefent, zal dat nooit lukken. Net zoals de vrucht van de Geest hebben, niet lukt zonder te oefenen. Wij moeten ons oefenen in godsvrucht, de vrucht van God. En wat is dat godsvrucht? Galaten 5: 22 - 26: 22 De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. 23 Daartegen richt de wet zich niet. 24 Maar wie van Christus zijn, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd. 25 Als wij door de Geest leven, laten wij dan ook door de Geest wandelen. 26 Laten wij geen mensen met eigendunk worden, elkaar niet uitdagen en benijden. De vrucht van de Geest is: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Wij moeten ons voeden , maar wij moeten ons ook oefenen. Oefenen in de vrucht van de Geest, oefenen in liefde, oefenen in blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Is dat altijd gemakkelijk? Neen, net zoals die topsporter als hij moet trainen, dat is niet altijd gemakkelijk. Ik denk dat hij de ene dag ook meer goesting heeft dan de andere dag. Als hij op zijn fiets kruipt en het is zo'n weer, ik denk niet dat hij daar echt naar uitkijkt. Het is daarom dat ze eens naar Monaco gaan of ergens in een warm land om hun voorbereiding te doen omdat het gewoon aangenamer is dan hier in Vlaanderen. Wij moeten Gods Woord overdenken, wij moeten ons voeden met Zijn Woord, wij moeten dat Woord mediteren, wij moeten daarover nadenken, we moeten de H. Geest ons laten onderwijzen. En eigenlijk wat wij moeten doen is kijken waar wij staan. Waar staan wij in onze wandel met God? Paulus zegt in vers 25 als wij door de Geest leven, als we de Geest ontvangen hebben dan zijn we levend gemaakt. Laten wij dan ook door de Geest wandelen. Uit het ontvangen van de Geest moet er iets komen, een realiteit, en wij moeten veranderen. En dat veranderen gebeurt door dat wij oefenen, door dat wij in Gods Woord bezig zijn, en doordat wij bidden tot God. Wij moeten meer en meer veranderen in het beeld van Zijn Zoon, in het beeld van Jezus Christus. In Romeinen 8: 29 (ik lees vanaf 28) 28 En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn. 29 Want hen die Hij van tevoren gekend heeft, heeft Hij er ook van tevoren toe bestemd om aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zou zijn onder vele broeders. Hij heeft ons ertoe voorbestemd om gelijkvormig te worden aan het beeld van Zijn Zoon. Dat is wat God wil met ons. God wil ons veranderen. Zoals dat beeld van Michel Angelo. Er is daar een grote blok marmer, hij is aan het beeldhouwen en hij haalt daar een paard uit. Iemand vraagt aan Michel Angelo: hoe doe je dat? Michel Angelo zegt: het paard zit er al in, maar ik ben alles aan het wegkappen dat overbodig is. Dat is wat God doet met ons. Hij geeft ons de H. Geest , wij zijn een nieuwe schepping. En dan begint Hij dingen weg te kappen, dingen weg te halen die er niet moeten zijn. En Hij maakt ons beetje bij beetje gelijkvormig aan het beeld van Zijn Zoon. 2 Korintiërs 3: 18 Wij allen nu, die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Heere als in een spiegel aanschouwen,. In het oude testament, bij Mozes, dan bedekte ze hun gezicht toen God tot hen sprak. Waarom? De heerlijkheid van God was zo overweldigend dat ze niet konden kijken, dat ze niet durfden kijken. En wat zegt Paulus nu? Wij kunnen nu met onbedekt gezicht de heerlijkheid van God aanschouwen als in een spiegel. Wat wil dat zeggen? Wij kijken naar God, wij kijken naar Jezus Christus Die de openbaring is van God op deze wereld, en wij zien onszelf. We zien God en we zien onszelf want we kijken als het ware in een spiegel en we zien: we zijn nog niet gelijkvormig aan het beeld van God. Het mooie is, er staat, wij worden van gedaante veranderd naar hetzelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals dit door de Geest van de Heere bewerkt wordt. De Geest van God die in ons woont, wat doet Die? Hij verandert ons, Hij maakt ons meer en meer naar het beeld van God. Hij verandert ons en wij moeten God toelaten om ons te veranderen, want er staat dat het de Geest is die dat bewerkt. 1 Johannes 3: 2 (ik lees van vers 1): 1 Zie, hoe groot is de liefde die de Vader ons gegeven heeft: dat wij kinderen van God worden genoemd . Daarom kent de wereld ons niet, omdat zij Hem niet kent. 2 Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Maar wij weten dat, als Hij (Jezus Christus) geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is. Op het moment dat Jezus geopenbaard wordt zullen we Jezus zien zoals Hij is, maar we zullen ook zien dat wij Hem gelijk zijn. Wij zullen zijn zoals Hij. Daar heb je dus je topatleet, die wielrenner die moet fietsen, die moet juist eten, en als hij aan die race wil meedoen dan met hij bovendien zorgen dat hij het juiste gewicht heeft. Daar is heel veel rond te doen. Als je aan de Ronde van Frankrijk wil meedoen, de Ronde van Frankrijk wil winnen, dan moet je zorgen dat je heel mager bent, want anders geraak je die berg niet op, of toch niet rap genoeg. Je moet daar eens op letten, al die wielrenners die goed zijn in de bergen, die zijn echt graatmager, letterlijk. Vel over het been. Oké, er zitten ook spieren tussen. Zij moeten echt zorgen dat die overtollige kilo's weg zijn. Ze waren daar ook over bezig tijdens het WK en ze zegden 'die is een beetje te zwaar'. Die heeft daar geen last van blijkbaar want het is een van de beste wielrenners. Maar hij zou ook niet in de Alpen meekunnen met de rest omdat hij te zwaar is. Een topatleet, die moet een bepaald gewicht bereiken, hij moet zorgen dat al dat overbodig gewicht weg is. En wat staat er in Hebreeën 12: 1? Er staat: laten ook wij, afleggen alle last en de zonde, die ons zo gemakkelijk verstrikt. Kijk mensen, als er zonde in ons leven is, dan is dat precies zoals dat je gaat fietsen met een zware rugzak, of gaat lopen met een zware rugzak met kasseistenen erin. Dat gaat niet. Een race lopen met zo een rugzak, dat is niet te doen. Wij moeten die overtollige kilo's, die zonde wegdoen. En de beste manier om die kilo's kwijt te geraken is om goed te eten, voldoende te drinken, en voldoende te oefenen. Hetzelfde voor ons. Als wij in Jezus zijn en Hij in ons, en Hij zegt: als je tot Mij komt, zul je nooit meer honger hebben, en als je in Mij gelooft, zul je nooit meer dorsten. Ja, dat moeten wij doen; wij moeten naar Jezus gaan. Het tweede dat we moeten doen, is oefenen in godsvrucht. De vruchten van de Geest, ik heb ze gelezen, liefde, vriendelijkheid, geloof, zelfbeheersing... Kijk mensen als wij oefenen in godsvrucht, als wij ons lichaam ten dienste stellen, zoals Paulus zegt, dan kan ik u zeggen dat u op een bepaald moment zult zeggen : ach, die zonde is weg. Als je God vergeving vraagt, dan zal die zonde opeens weg zijn. Net zoals die wielrenner, als hij genoeg traint, en juist eet, dan zullen die overtollige kilo's verdwijnen. God heeft al een oplossing voorzien voor die zonde, ja toch? Akkoord? Jezus Christus is aan het kruis gestorven voor onze zonde, Hij heeft onze zonde op zich genomen. Geen enkele macht kan iets doen in ons leven, want wij hebben Jezus aan onze kant. Kijk, die wielrenner is continu aan het trainen, die eet, die drinkt, die oefent. Is het dat wat wij doen? Eten wij continu van Gods Woord? Laten wij de H. Geest ons onderwijzen in Zijn Woord? Oefenen wij onszelf in godsvrucht? Stellen wij ons lichaam ten dienste? Paulus spreekt in Romeinen 12: 1 - 2: 1 Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst. 2 En wordt niet aan deze wereld gelijkvormig, maar wordt veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is. Die renners die zijn aan het eten, aan het drinken , aan het oefenen, ze bereiden zich voor op de race. Dit moeten wij ook doen, wij moeten in Gods Woord zijn, wij moeten bidden tot God, Zijn wil zoeken, wij moeten ons oefenen, ons lichaam aan God wijden, we moeten de Geest laten werken in ons leven en wij moeten ons oefenen in godsvrucht. Waarom? omdat wij fit moeten zijn om die race te lopen. Al die kilo's moeten weg, die zonde die in de weg zit, die moet weg. En Paulus zegt als u die race wilt lopen, loop hem zoals diegenen die hem lopen in een normale renbaan. We gaan er even naar terug.
1 Korintiërs 9: 24 Weet u niet dat zij die in de renbaan lopen, allen wel lopen, maar dat slechts één de prijs ontvangt? Als u kijkt naar de koers, er staan 100 mensen aan de start, of meer, maar er is er maar één die kan winnen. Er is één super gelukkig en al de rest is gefrustreerd. Maar Paulus zegt: loop de race op die manier, probeer de eerste te zijn, probeer die race te winnen. Kijk mensen, dit is wat God van ons verlangt. Hij wil hebben dat wij leven in Christus, met Christus, door Christus, voor Christus, en dat Christus leeft in ons en dat wij starten aan die race, dat wij ons goed voorbereiden. En als we starten aan die race dat we dat doen met als doel om aan het einde te geraken en liefst als eerste. Je start geen race met de bedoeling om na 5 km af te stappen. Soms gebeurt dat eens dat er iemand start in de Ronde van Frankrijk en dat hij na 5 km stapt hij af. Dan denk ik : waarom doet je dat? Waarom doen ze dat? Ze wilden aan dat einde geraken, ze wilden in Parijs geraken, daarom doen ze dat. En ze komen tot het besef dat het niet lukt want ze zijn ziek enz., enz.. Maar de wil om daar te geraken is zo groot, ik bewonder dat echt. Zo'n wilskracht. Kijk mensen, ons doel is om aan die race te beginnen, aan het einde te geraken en de krans te krijgen. Er staat in vers 25 : Zij nu doen dat om een vergankelijke krans te ontvangen, maar wij om een onvergankelijke te ontvangen. Wij doen dat opdat wij dan voor altijd bij Jezus Christus zullen zijn, in alle eeuwigheid. Want Hij leeft, en Hij leeft in alle eeuwigheid. Wij mogen met Hem ook leven. Nu, op het moment dat een topsporter aan de race begint, wat doet hij? Gaat hij direct naar de startlijn? Neen, hij staat alweer op de rollen. Als je denkt een saai leven, wel, dat is een saai leven. Hele dagen op uw fiets zitten, en dan doe je eindelijk eens mee aan een wedstrijd, en wat moet je doen? Weer eens op je fiets zitten. dan zitten ze daar een uur op die fiets, op te warmen. de veldrijders ook. Die zitten op hun fiets, buiten aan de campingcar, op te warmen. Het is midden in de winter, dus het is koud. En dan doen ze mee aan die race en dan komen ze op het einde, helemaal in modder, die gaan daar in de modder gaan rijden, 't is koud, die rijden daar dan 2 uur in de modder en ze komen dan aan de aankomst helemaal in de modder. Ze moeten dat dan een beetje wegvegen want ze moeten dan direct een interview doen. De reporters staan daar direct met die micro. Helemaal in modder. Snappen die reporters dat niet dat die mensen juist gekoerst hebben. In de Ronde van Frankrijk ook, of de Ronde van Vlaanderen, ze hebben juist 250 km gereden aan een gemiddelde van 45 - 47 per uur, ze zijn nog maar juist de streep over: "een reactie?". Ze staan daar met die micro, ongelooflijk. De race begint en wat doen ze? Ze warmen op. Ze eten, want als ze niet eten dan hebben ze problemen. Ze zegden vorige week van iemand: hij was bij de eerste vijf, laatste ronde en opeens gaat het licht uit, geen energie meer. Hij had niet genoeg gegeten. Hij had voor de start iets moeten gegeten hebben, hij is dat niet gewoon, want hij doet geen zulke wedstrijden. Hij doet veldrijden, dat zijn veel kortere wedstrijden. Je moet eten. Je hebt energie nodig. Wij hebben ook energie nodig. Wij moeten uiteindelijk die race lopen. Zelfs terwijl we die race aan het lopen zijn moeten we eten. Maar daaraan zie je, als we niet eten, wij wandelen, wij lopen die race, wij leven met Christus. Maar als wij ons niet continu voeden, niet alleen in de voorbereiding, het is ook terwijl dat we leven in Christus, met Christus, ons leven lijden, moeten wij ons continu voeden. Het mag geen religie worden waarin we gewoon dingen gaan doen omdat we het vorige week ook zo gedaan hebben en dus deze week ook zo doen. Ik vind dat altijd steeds zo verraderlijk. Mensen geraken zo gemakkelijk in dat gewoontepatroon. Maar wij moeten ons continu voeden. Wij moeten continu tot Hem gaan, tot Hem naderen zodat wij van Zijn brood kunnen eten en van Zijn bron kunnen drinken. In de race kan het warm zijn, in de race kan het koud zijn, kan het regenen. Soms zie je ze in de Ronde van Frankrijk fietsen, in het dal is het 40 °C, ze komen boven op de berg en daar is het nog 10 of 5°C, dan moeten ze naar beneden, weer die warmte in. Dat is een enorme schok voor het lichaam. Ook in ons leven gebeuren er dingen. Soms gaat het goed en is het warm en zonnig; soms gaat het minder goed en is het koud en het regent. Maar wij moeten ons continu voeden, continu drinken, want anders gaat het mis, lukt het niet meer. Zij hebben een hartmonitor aan en zijn continu aan het kijken of ze juist aan het fietsen zijn, of alles goed loopt. Ze hebben hun hartmonitor aan. Wij hebben de H. Geest in ons, die ons zegt of het goed of niet goed loopt. Je moet er wel naar luisteren. Het is voldoende om dat aan te hebben of het is niet voldoende om de H. Geest te hebben, we moeten er ook naar luisteren. We moeten alert zijn. Die fietsers, het WK, opeens rijdt er één weg. Je moet vooraan zitten, je moeten zorgen als er iets gebeurt dat je kunt mee springen. Je moet zorgen als er iemand valt voor je, dat je hem ontwijkt. Hetzelfde met ons, als christen. Wij moeten alert zijn. Als wij zien dat God werkt, als God iets aan het doen is, dan zegt God: kom, kom meewerken. Want het is God die werkt. Maar wij moeten dat zien, we moeten alert zijn. En om alert te zijn, moet je goed gegeten hebben, moet je warm genoeg hebben, moet je voldoende drinken en als we gevaar zien, moeten we er ook van weggaan. We hebben het gelezen in Jakobus. Wat stond er in Jakobus? Jakobus 4: 7: Bied weerstand aan de duivel en hij zal van u wegvluchten.
Als we iets zien gebeuren, dan moeten wij weerstand bieden, moeten wij alert zijn en dan zal dat weggaan. Ik vond die vergelijking tussen die koers en wat Paulus zegt, heel nuttig. We gaan nog even terug naar Hebreeën 12: 1 - 2: 1 Welnu dan, laten ook wij, nu wij door zo'n menigte van getuigen omringd worden, afleggen alle last en de zonde, die ons zo gemakkelijk verstrikt. En laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt, 2 terwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof. Kijk mensen, als wij die race aan het lopen zijn, als we de wedloop van ons christelijk leven aan het lopen zijn, dan staat er dat we moeten afleggen alle last en de zonde. Ik weet niet of je er al eens opgelet hebt, maar een wielrenner die in de finale zit, wat doet die? Die smijt alles weg, drinkbus weg, alle gewicht die teveel is, weg. Het is allemaal gewicht dat hij moet meedragen en daardoor wordt hij trager. Hetzelfde voor ons. Als wij een last meezeulen in ons leven, en we leggen die niet neer aan het kruis van Jezus Christus, en we zeggen niet aan God 'hier U mag het hebben, doet ermee wat U wilt, maar ik wil er vanaf', dan loop je rond met die last. Dan ben je zoals die wielrenner met een drinkbus hier en een energiereep daar, enz. Neen, weg, zelf de jasjes. Dat wappert in de wind en houdt hen tegen. Het moet er allemaal af op het einde. En laten wij met volharding de wedloop lopen. Volharding. Het beeld van die wielrenner, poef die grond in, wat doet hij, hij staat recht, hij is er eventjes niet goed van, er komt een collega bij hem, hup, de fiets weer op en weer weg. Ik denk dat het vorig jaar was in de Ronde van Frankrijk, het ravijn in, afgrond, poef naar beneden, die klimt naar boven en hij kruipt weer op zijn fiets. Dat is toch ongelooflijk. Als dat geen volharding is, dan weet ik het niet meer. Hoeveel keer gebeurt het niet dat er inderdaad iemand valt en zijn sleutelbeen breekt en dan toch nog de Ronde van Frankrijk uitrijdt. De breuk van dat sleutelbeen is in de eerste week, hé, er zijn nog geen bergen. Dan gaan die nog heel dat gebergte door met die breuk in het sleutelbeen. Wat een volharding. En zo moeten wij ook zijn als christen. Wij moeten met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt. We mogen niet opgeven. Er gaan dingen gebeuren, we zullen eens struikelen, eens vallen, maar we mogen niet opgeven, we moeten volharden. Ik vind dat beeld van die wielrenner, als wij zo kunnen zijn, dan zijn wij goed bezig. Maar, er staat terwijl wij het oog gericht houden op Jezus. Het is niet de bedoeling dat je begint te kijken naar je been dat bloedt, omdat je gevallen bent, neen, houd uw oog gericht op Jezus. Net zoals die wielrenner, die staan recht, waar kijken die naar? Die kijken naar de finish, ik moet dat hier uitrijden, ik moet aan het einde geraken. De commentator zei het: hij heeft de race uitgereden. Hij was aan het fietsen, maar hij geraakte niet meer vooruit. Voor hetzelfde geld zegt hij: het is hier gedaan, ik kan toch niet meer winnen, ik stap af. Neen, hij is tot het einde gereden tot aan de finish. Aan een heel traag slakkentempo, want hij kon niet meer, zijn energie was op. En hij heeft zijn hotel gepasseerd, dat was dan nog het beste. Terwijl hij naar de finish aan het fietsen was, passeerde hij zijn hotel. Hij is niet afgereden om naar zijn hotel te gaan, hij is eerst naar de finish gegaan. Dat noem ik: volharding. Hij was gefocust op dat einde. Wij moeten ook zo zijn. Wij moeten ons oog gericht houden op Jezus Christus, de Leidsman en Voleinder van het geloof. Met Jezus is het begonnen, en Hij heeft ons getoond hoe dat het moet, en Hij is de Voleinder van ons geloof. Het mooie is, wij hebben een menigte van getuigen rond ons. Ik zal het niet lezen, lees het eens in hoofdstuk 11, daar staan ze allemaal. Daar staat Henoch, Noach, Abraham, Sara, Isaak, Jakob, Jozef, Mozes enz., enz.. En wat staat er van hen in vers 39: En deze allen hebben, hoewel zij door het geloof een goed getuigenis van God gekregen hebben, de vervulling van de belofte niet verkregen. Die wandelden in geloof, maar ze hebben de vervulling van de belofte niet verkregen. Wij wel. Wat een voorrecht. Vers 40: daar God met het oog op ons iets beters voorzien had, opdat zij zonder ons niet tot de volmaaktheid zouden komen. Paulus zegt: laten wij nu afleggen alle last en de zonde. Waarom? Dat zit in de weg. Die rugzak met kasseistenen, dat fiets niet gemakkelijk. Als je T-shirt vol zit met drinkbussen, soms zie je dat, als ze drinken gaan halen en dat willen uitdelen aan de rest van de ploeg, dan zitten ze vol met drinkbussen. Zo kun je de finale niet rijden, dat moet weg. Dan zegt hij: laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt, 2 terwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof. Volharding! Het is niet altijd gemakkelijk, het is niet altijd rozengeur en maneschijn, dat zeggen ze zo mooi. Neen, het leven is wat het is. Er gebeuren dingen, de Bijbel zegt het. Maar één ding is zeker: Jezus Christus is voor ons gestorven aan het kruis, Hij heeft voor ons geleden, Hij is opgestaan uit de dood, Hij is tot de Vader gegaan en Hij heeft Zich Geest gestuurd. Hij heeft Zijn Geest gestuurd, opdat wij vervuld zouden zijn van Hem. Dat Hij in ons zou zijn en wij in Hem, opdat wij vrucht zouden kunnen dragen, opdat wij zouden veranderen naar dat beeld van Jezus. Dat staat vast. En de vraag is: willen wij de race lopen, die ik zojuist beschreven heb, niet alleen omdat ik wil meedoen, deelnemen is belangrijker dan winnen. Neen, wij moeten hem lopen met het idee van 'ik zal winnen, ik zal de prijs halen.' . Willen wij die race lopen of stappen wij halfweg af? Neen, wij moeten die race lopen tot het einde, we moeten de finish halen. Kijk mensen de keuze is aan ons en God is bij ons . God wil ons helpen om die race te lopen. Ik dacht aan het beeld van de volgwagen. Vandaag, in de koers, hebben ze oortjes in. Wij hebben een voordeel. Wij hebben God in de volgwagen, we hebben God die meefietst met ons, Die zegt een beetje meer naar links, een beetje meer naar rechts, pas op voor dit. Die spreekt in ons leven, net zoals die ploegleider in de volgwagen. Soms luisteren die renners en soms ook niet. Net zoals wij. God zegt iets en er zit storing op de lijn, ik heb het niet goed begrepen. Of we doen dat oortje uit en we zeggen: ik weet het zelf beter. Niet soms? Hebreeën 12: 3: Want let toch scherp op Hem Die zo'n tegenspraak van de zondaars tegen Zich heeft verdragen, opdat u niet verzwakt en bezwijkt in uw zielen. Wij moeten letten op Hem. Let toch scherp op Hem. Waarom? opdat wij niet zouden verzwakken en bezwijken in onze zielen. Vers 12 - 15: 12 Hef daarom de slappe handen op en strek de knikkende knieën, 13 en maak rechte sporen voor uw voeten, opdat wat kreupel is, niet wordt ontwricht, maar veeleer genezen wordt. 14 Jaag de vrede na met allen, en de heiliging, zonder welke niemand de Heere zal zien. 15 Zie erop toe dat niemand achteropraakt - zo moeten wij ook zijn, we zijn samen in de koers, wij zijn samen die race aan het lopen, en wat zegt Paulus? Zie erop toe dat niemand achteropraakt in de genade van God, en dat er geen enkele wortel van bitterheid opschiet en onrust veroorzaakt zodat daardoor velen bezoedeld worden. Wij kunnen die race lopen. We moeten ons goed voorbereiden, dan kunnen wij die race lopen. Wij moeten juist eten, juist drinken, wij moeten ons oefenen en dan kunnen wij die race lopen. We moeten blijven eten en blijven drinken? Luisteren naar God Die in de volgwagen zit en Die zegt een beetje meer naar links, of nu moet je rapper rijden, of nu moet je vertragen, of spring maar mee met die ontsnapping. En dan, als we op het einde komen, krijgen we de krans. Onvergankelijke krans. En we mogen in alle eeuwigheid bij Jezus Christus zijn. Dat is de prijs die wij ontvangen. Wat een prijs, dat is beter dan daar op dat podium staan en van de dames rond je drie kussen krijgen en een boeket bloemen. Neen, wij zijn voor altijd bij Jezus. Wat een prijs. Wij mogen in Zijn aanwezigheid verblijven en Hem aanbidden tot in alle eeuwigheid. De vraag is: willen wij die race lopen? Met volharding? Het gaat niet over die race lopen, maar over die volharding. Leggen wij al die last af, die zonde, en focussen wij alleen op Jezus Christus? Of zeggen wij neen, ik zal efkes meedoen en zien hoe het gaat en als het nodig stap ik af. Of zeggen wij neen, ik ga liever wandelen in het park, een beetje rondkijken, genieten van de dingen, en we zien wel. Wij hebben een keuze. Ik weet welke keuze ik gemaakt heb en ik wil blijven maken. Ik ga nog even terug naar 1 Korintiërs 9:26 Ik loop daarom niet zonder duidelijk doel - als we lopen, laat ons aub meedoen aan de race, niet zomaar om efkes te lopen. Paulus zegt: Ik loop niet zonder duidelijk doel? hij wil aan die finish geraken, en hij zegt: en ik vecht zo met de vuist dat ik niet maar wat in de lucht sla. Stel je voor, een bokser die daar een beetje in de lucht staat te slaan, en die ander staat daar te kijken van ????. Neen, dat is nutteloos. Maar hij zegt: 27 Maar ik oefen mijn lichaam op harde wijze en maak het dienstbaar. Dat is wat Paulus zegt. Ik oefen mijn lichaam, ik oefen mijn lichaam in godsvrucht, en ik maak het dienstbaar. Dat oefenen van zijn lichaam gaat hier niet over veel gaan fietsen. opdat ik niet misschien, na anderen gepredikt te hebben, zelf verwerpelijk word. Het is van toepassing op elkeen van ons, op mij, op u van toepassing, dat wij die race lopen, niet zonder duidelijk doel. We moeten een duidelijk doel hebben. En dat doel is: bij Jezus zijn; dat doel is: God te volgen. Amen?
Laten wij bidden: Heer God, almachtige Vader, dank U Heer voor Uw Woord dat in ons werkt Heer. Dat in ons werkt Heer op wonderbaarlijke wijze. Dank U Heer dat U zo een goede en getrouwe God bent. En dank U Heer dat U in alle eeuwigheid Dezelfde bent. Gisteren, vandaag en in alle eeuwigheid. Dat wij U mogen volgen Heer, een God Die niet verandert, een God Die geneest, een God Die ons liefheeft, en een God Die een relatie wil met elkeen van ons. Wij danken U, Heer Jezus, voor Uw offer aan het kruis. En het minste Heer, dat wij kunnen doen, is die race lopen met volharding en onze ogen gericht houden op U. Dank U heer voor het geloof dat U ons gegeven hebt, voor de H. Geest die U uitgestort hebt in onze harten. Dank U Heer voor Uw grote genade waardoor dat wij kinderen van U mogen zijn.